Open en dichte trappen
Er zijn allerlei soorten trappen in allerlei soorten en maten.
De eerste indeling bestaat uit de open en de dichte trappen. Bij een open trap kunt u heel simpel gezegd de voeten van de traploper zien vanaf de onderkant van de trap. Hierbij is er tussen de treden een open ruimte. Het voordeel van open trappen is dat deze heel eenvoudig zijn schoon te maken.
Dichte trappen hebben zogenaamde stootborden en zijn dus dicht (vandaar de naam).
Rechte trappen en kwarten
Een rechte trap is een trap die volkomen recht is. Een dergelijke trap begint dus in precies dezelfde richting als deze eindigt.
Daar tegenover staan trappen met kwartieren. Er zijn trappen met onderkwartieren en bovenkwartieren, waarbij een deel van de trap gedraaid is. Het woordje ‘onder’ of ‘boven’ geeft aan welk deel (vaak een kwart) van de trap is gedraaid. Een trap met bovenkwart heeft aan de bovenkant dus een deel van de trap die gedraaid is om zo de looprichting te veranderen.
Spiltrap en wenteltrap
Wenteltrappen zijn de zogenaamde kasteeltrappen. In het midden is een open ruimte, en de traptreden zijn aan een zogenaamde gebogen boom bevestigd. Een spiltrap is een soortgelijke trap, maar hierbij gaan de treden rond om een vaste, centrale spil. De treden zijn aan de spil bevestigd. Een voorbeeld hiervan is een brandtrap.
Het grote voordeel van dergelijke trappen is het geringe oppervlak dat ze innemen. Deze trappen zijn in erg kleine ruimtes in te bouwen, waardoor ze dus zoals gezegd vaak als brandtrap of als trap in torens worden gebruikt. Echter is het ook prima mogelijk deze trappen in een woonruimte te gebruiken.
Vlizotrap
De laatste trapsoort die speciale aandacht verdient is de vlizotrap. Dit is een uitschuifbare trap, een dergelijke constructie wordt doorgaans gebruikt voor ruimtes die niet vaak en snel bereikbaar hoeven te zijn, zoals bijvoorbeeld zolders.